Excursie bij proefveldjes in het Stienzer Aldlân trekt groot publiek
7 augustus 2024
Op 6 augustus organiseerde de projectgroep 'Eiwit uit het Stienzer Aldlân' een excursie naar de proefveldjes. Zo’n 40 belangstellenden kwamen samen en maakten met trekker en wagen een rondrit langs de proefvelden, waarbij een diversiteit aan gewassen werd bekeken:
- Veldbonen met onderzaai van tarwe en haver
- Erwten met onderzaai van tarwe en haver
- Erwten gemengd met kruidenrijk gras, gezaaid zonder gewasbescherming
- Veldbonen geplant tussen maïs op 75 cm rijafstand
- Kruidenrijk gras ingezaaid na bewerking van bestaand grasland met rotorkopeg
- Kruidenrijk gras ingezaaid in bestaand grasland met geohobel
Resultaten van de proeven
- Proeven 1 en 2 (veldbonen en erwten met onderzaai) lieten weinig opbrengst zien door de late zaai en beperkte groei. De onkruiddruk bleef laag, maar de gewasopbrengst kon nog niet goed beoordeeld worden.
- Proef 3 (erwten met kruidenrijk gras) bracht vorig jaar een redelijke opbrengst op, en dit jaar stond er een mooie, kruidenrijke weide. Alleen bemesting met drijfmest bleek voldoende.
- Proef 4 (veldbonen tussen maïs) gaf een redelijke gewasstand, maar de meerwaarde van de veldbonen in combinatie met snijmaïs werd betwijfeld, gezien de beperkte stikstofopname.
- Proef 5 (kruidenrijk gras na rotorkopeg) resulteerde in een rul bodemprofiel. Bij maaien zou het gras mogelijk veel grond meenemen, waardoor verdichting met een rol wellicht nodig was.
- Proef 6 (kruidenrijk gras met geohobel) toonde een gelijkmatige grasstand over het hele perceel.
- Proef 7: Inzaai van kruidenrijk gras met een zodebemester had nauwelijks resultaat.
Conclusie
De proeven zijn redelijk geslaagd, al bemoeilijkten het late, natte voorjaar en de groeiomstandigheden een duidelijk oordeel over het best passende eiwitgewas voor het Aldlân. Het kruidenrijke gras inzaaien of doorzaaien met de geohobel lijkt de beste methode, maar de vraag blijft of deze aanpak onder de eco-regelingen wordt toegestaan, of als inzaai van nieuw gras wordt gezien.
Deze proeven vormen het sluitstuk van het "Leernetwerk Bodem Noordelijke Kleischil". De afgelopen drie jaren waren voor de deelnemers leerzaam en versterkten de onderlinge band tussen boeren.